Een Spanjaard, een Italiaan, een Bulgaarse en een Australiër kochten een aantal hectaren eeuwenoude wijngaarden in het hete en droge binnenland van Spanje. Dit is niet het begin van een slechte grap, maar het bijzondere verhaal van het Spaanse bodega Cien y Picos, gelegen in de wijnregio Manchuela.
De naam, die letterlijk ‘honderd en een beetje’ betekent, refereert aan de leeftijd van de stokken in hun wijngaarden – al is stammen in dit geval een gepastere omschrijving. Als ware Don Quichots zien de vier vrienden het als hun missie deze knoestige, oeroude ranken veilig te stellen voor de volgende generatie en het unieke karakter van de druiven ervan tot uitdrukking te brengen in hun wijnen.
Garnacha tintorera (ook wel alicante bouschet) en bobal zijn de druiven waar het allemaal om draait bij Cien y Pico. Beide zijn lokale blauwe druivenrassen, die goed bestand zijn tegen het hete, droge klimaat. Ze leven diepgekleurde, krachtige rode wijnen op, die bovendien enorm puur, geconcentreerd en gelaagd zijn vanwege de leeftijd van de planten en de lage opbrengsten.
Met hun robuuste, krachtige en ruige karakter zijn de Cien y Picos-wijnen niet voor de weekhartigen, wel voor de nieuwsgierigen en avonturiers. Wie het avontuur aangaat, zal rijkelijk beloond worden: achter de ruwe bolster schuilt namelijk wel degelijk een blanke pit.