In het groene noordwesten van Spanje, in de regio Galicië, ligt het befaamde wijngebied Rías Baixas. Hier komen droge witte wijnen vandaan die vanwege hun mooie frisheid erg gewild zijn. De beste worden gemaakt van de druif albariño: met zijn dikke schil is deze druif goed bestand tegen het regenachtige en koele Galicische klimaat.
Albariño is dan ook de druif waar Bodega Veiga da Princesa op inzet. Het bedrijf heeft in 2002 in het zuidwesten van Galicië, dicht bij de kust, een wijngaard van 18 hectare bij elkaar gesprokkeld, door meer dan tweehonderd perceeltjes van kleine wijnboeren te kopen. De nieuwe wijngaard werd volledig beplant met albariño.
Manuel Mendez, eigenaar van Veiga da Princesa, heeft de wijnstokken hoog opgebonden volgens een zelf ontworpen systeem. De druiven vangen zo meer wind én meer zon dan bij de in deze streek gangbare pergola’s. Daardoor blijven ze droger, worden goed rijp en ontwikkelen net even wat minder zuren.
Manuel wil een wijn maken die deze specifieke plek en de typische eigenschappen van de albariño weerspiegelt. Zijn zorgvuldig onderhouden wijngaard en blinkend schone wijnkelder, waar hij scherp toezicht op alle processen houdt, zorgen voor een zuivere, verfijnde en sappige wijn. Dankzij een aangename rondheid is de wijn breed inzetbaar, maar bovenal niet te verslaan bij zeevruchten.